Typologie(ën)
appartementsgebouw
historische lift
historische lift
Ontwerper(s)
GILSON FRÈRES – architect – 1933-1934
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Landschappelijk
- Technisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21995
Beschrijving
Appartementsgebouw bestaande uit 3 blokken met U-vormige inplanting, en met art-deco-invloed, gesigneerd op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “GILSON FRÈRES / ARCHITECTES / 1933-1934”.
Eerste twee bouwlagen bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en met imitatievoegen, oranjekleurige baksteen op de verdiepingen verdiepingen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en muurtje langs de binnenplaats in witsteen en hardsteen. Opstand van zeven bouwlagen onder pseudomansarde en plat dak. Gevels aan de laan van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), zijgevels van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inspringende gevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Sommige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behandeld als uitbouw of als gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Hoeken onder topstuk. Zijgevels en inspringende gevels voorzien van een centrale deur met pilasteromlijsting onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en getrapte afschuiningSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel.; beglaasde smeedijzeren deurvleugels. Bas-reliëfs met geometrisch motief. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. of bakstenen dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., sommige op de hoeken. Het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen. De inrit naar de garages achteraan loopt onder het gebouw door.
Eerste twee bouwlagen bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en met imitatievoegen, oranjekleurige baksteen op de verdiepingen verdiepingen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en muurtje langs de binnenplaats in witsteen en hardsteen. Opstand van zeven bouwlagen onder pseudomansarde en plat dak. Gevels aan de laan van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), zijgevels van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inspringende gevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Sommige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behandeld als uitbouw of als gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Hoeken onder topstuk. Zijgevels en inspringende gevels voorzien van een centrale deur met pilasteromlijsting onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en getrapte afschuiningSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel.; beglaasde smeedijzeren deurvleugels. Bas-reliëfs met geometrisch motief. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. of bakstenen dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., sommige op de hoeken. Het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen. De inrit naar de garages achteraan loopt onder het gebouw door.
De drie blokken beschikken nog over de oorspronkelijke liften in open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. van het merk Otis.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 208-252-254-256.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid