Typologie(ën)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1898
Stijlen
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geheel van drie analoge
huizen in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1898.
Bakstenen gevels met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen en
met hardsteen. Traveeën
met verspringende bouwlagen. Balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., gebuiktMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. op nr.64 en 68. Op
deze nummers is de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. versierd met bas-reliëfs van putti. Panelen met
cementtegels. Op nr.64, gemetseld dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder een trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt., achter een Frans
balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; onderschild wellicht van latere datum. Op nr.66 en 68,
mansardedak met houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is..
Op nr.64,
kroonlijst vervangen; deur bewaard.
Op nr.66,
schrijnwerk vervangen.
Op nr.68,
kroonlijsten en deur bewaard.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Laken 4980 (1898).