Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1887
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 34891
Beschrijving
Geheel van vier huizen, oorspronkelijk identiek,
in neoclassicistische stijl, 1887.
Opstanden van drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de verdiepingen, gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) inspringend gevat tussen de kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop de architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. van het hoofdgestel rust. Doorlopend balkon op de eerste verdieping, oorspronkelijk op drie consoles; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangen. Borstweringen met spiegel met twee schijven op de tweede verdieping, sommige verwijderd. Mansardedaken niet volgens oorspronkelijk plan, op nr. 47 en 49 met centrale houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Kroonlijsten vervangen. Deuren van nr. 47 en 49 bewaard.
Opstanden van drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de verdiepingen, gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) inspringend gevat tussen de kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop de architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. van het hoofdgestel rust. Doorlopend balkon op de eerste verdieping, oorspronkelijk op drie consoles; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vervangen. Borstweringen met spiegel met twee schijven op de tweede verdieping, sommige verwijderd. Mansardedaken niet volgens oorspronkelijk plan, op nr. 47 en 49 met centrale houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Kroonlijsten vervangen. Deuren van nr. 47 en 49 bewaard.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 3718 (11.06.1887).