Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1909
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 5291
Beschrijving
Groot opbrengsthuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., 1909.
Zes bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Symmetrische gevel. Rechthoekige muuropeningen. Handelsruimte tussen geblokte hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met centrale privé-deur geflankeerd door twee winkeldeuren en twee vitrines. Witstenen verdiepingen. Op zijtraveeën tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) afzonderlijke muuropeningen met balkon. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., centraal als tweelicht tussen vleugelstukken. Grotendeels bewaard schrijn- en smeedwerk.
Zes bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Symmetrische gevel. Rechthoekige muuropeningen. Handelsruimte tussen geblokte hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met centrale privé-deur geflankeerd door twee winkeldeuren en twee vitrines. Witstenen verdiepingen. Op zijtraveeën tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) afzonderlijke muuropeningen met balkon. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., centraal als tweelicht tussen vleugelstukken. Grotendeels bewaard schrijn- en smeedwerk.
Bronnen
Archieven
GASG/DS 331 (1909).