Typologie(ën)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1878
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Landschappelijk
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geheel van drie huizen in eclectische stijl met
invloed van de barokstijl, de twee huizen aan de zijkant met jaartal “ANNO /
1878”.
Symmetrisch
geheel bestaande uit twee dubbelhuizenGebouw waarvan de kamers geordend zijn langs beide zijden van de centrale toegangsas. met twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de
verdiepingen en drie bouwlagen, rond een huis met vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee
bouwlagen. Elk van de opstanden wordt bekroond door een geveltop. Balkons of
Franse balkons oorspronkelijk met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., met
daaronder een bas-reliëf met krulmotief. Boogvormig gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. boven de deur van
het centrale huis en de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping van de laterale
huizen. Schrijnwerk vervangen, behalve het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van het impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. boven
de deur op nr.295, met glasroede.
Op
nr. 291 en 295, in het rood geschilderde bakstenen gevels versierd met
natuursteen (beschilderd). Benedenverdiepingen thans gewit. Deuren met
keellijst met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Vensters tussen stijlen met hoekblokken. Twee Franse
balkons per verdieping (borstwering vervangen op nr. 295); bas-reliëfs met
schelp en bloemen. Jaartal boven de glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op de tweede
verdieping. Ankers.
Op
nr. 291, trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. op een boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. die zelf door een bakstenen zaagtandfries
wordt belijnd. In het eerste registerVensterstrook in een topgevel., rondboogvenster met dubbele kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en
vleugelstukken, geflankeerd door twee oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. In het tweede,
rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door volutes; gebogen bekroning.
Op
nr.295, oorspronkelijk getrapte geveltop, belijnd door een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van
vierpassen. Venster geflankeerd door schietgaten.
Op
nr. 293, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). op de
benedenverdieping en Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. op de verdieping. Vier
boogvormige balkons; bas-reliëfs met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met leeuwenkop. Op het
hoofdgestel, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met ronde steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Driehoekig
fronton met volutes, opengewerkt met twee oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met keellijst geflankeerd door
gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. waarop een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. rust. Bovendeel met vleugelstukken,
slecht bewaard.
Sinds
de jaren 1970 huist in nr. 293 en 295 de orthodoxe kerk van de
Sint-Nicolaasparochie.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 221-293-295.