Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
Albert DUMONT – architect – 1890
Stijlen
Eclectisme
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30630
Beschrijving
Herenhuis in
eclectische stijl met neorenaissance-inslag n.o.v. architect Albert Dumont, 1890.
Drie bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Witstenen gevel, per register gemarkeerd door fijn geprofileerde kordons, friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en verdiepte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., afgewerkt met een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Bredere linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geaccentueerd door een rechthoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met ijzeren hekwerk tussen postamenten, en aansluitend tweelicht met balusterVaasvormige spijl van een borstwering.; bekronend monumentaal dakvenster met rondboogvormig tweelicht en hoog oplopend topstuk. Voorts rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en kleiner dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. in de deurtravee. Benedenverdieping verbouwd.
Drie bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Witstenen gevel, per register gemarkeerd door fijn geprofileerde kordons, friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en verdiepte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., afgewerkt met een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Bredere linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geaccentueerd door een rechthoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met ijzeren hekwerk tussen postamenten, en aansluitend tweelicht met balusterVaasvormige spijl van een borstwering.; bekronend monumentaal dakvenster met rondboogvormig tweelicht en hoog oplopend topstuk. Voorts rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en kleiner dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. in de deurtravee. Benedenverdieping verbouwd.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 24829 (1890).
Tijdschriften
L’Emulation, 1892, kol. 190, pl. 14-15.