Typologie(ën)
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1600-1700
S. RAEMDONCK – architect – 1914
Stijlen
Neobarok
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33019
Beschrijving
Diephuis met twee bouwlagen
en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Voorheen bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. verankerde traditionele
trapgevel (5 treden + topstuk) met twee door waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. gemarkeerde
geledingen, uit 17e eeuw.
Gewijzigd tot neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). verhoogde halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. met overdadige stucversiering, naar
ontwerp van architect S. Raemdonck van 1914. Winkelpui met rolluikkast. Rechthoekige
bovenvensters onder rondbogige waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. met sluitsteen, zijdelings
geflankeerd door gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met diamantkopPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Cartouches
met jaartallen 1740 en 1914 in de boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).; opschrift “maison fondee en 1840” op de penant. Door
entablement en volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. gelede top. Bewaard drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in de eerste geleding:
rondbogig middenluik tussen rechthoekige zijvenstertjes; oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. ter vervanging
van een rechthoekige luik erboven. Voorts versierd met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.,
driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en bolomamenten.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 32051 (1914).
KIK, 104183 A.