Typologie(ën)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1600-1899
Stijlen
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Wetenschappelijk
- Sociaal
- Technisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Voormalige afspanning zogenaamd «De Gulde Sterre», vertrekplaats
van de diligences voor Bergen, Ath, Doornik, Rijsel, Luxemburg, Frankrijk,
Duitsland en Zwitserland. Gebouwencomplex uit de 17e – 19e
eeuw, gerestaureerd door architect Victor Gaston Martiny in de jaren 1960.
Diephuis met drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Barokke gevel met
in- en uitgezwenkte top, te dateren in het einde van de 17e eeuw,
mogelijk echter met oudere traditionele kern.
Gedecapeerd baksteenmetselwerk
met zandstenen sokkel, negblokken en speklagen, verankerd door middel van
lelievormige muurankers. Bovenverdieping mogelijk oorspronkelijk zoals de top
belijnd met waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Hoge rechthoekige benedenvensters, één verlaagd tot
deur, met wigvormige ontlasting. Brede korfboogpoort in geblokte, geprofileerde
omlijsting van zandsteen, met panelen in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., en beschermd door een
gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., in de linkertravee. Getoogde bovenvensters met kwarthol
profiel aan negblokken en latei, en toegevoegde lekdrempels. Door waterlijsten
en platte banden belijnde geveltop van drie geledingen, afgewerkt met een driehoekig
fronton waarop bolornament en ijzeren spits. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder doorlopende
waterlijst in de door volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. gemarkeerde eerste geleding : rondboogvenster met
doorgetrokken imposten en sluitsteen, en flankerende rechthoekige venstertjes.
Blinde tweede geleding. Ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met doorgetrokken imposten, sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijst
in de derde geleding. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. achtertuitgevel. Achterbouw uit dezelfde
periode, met drie bouwlagen en
heden vier en een halve + één traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak (Vlaamse pannen).
Opgetrokken uit bak- en zandsteen voor plint, hoekblokken en speklagen, en
voorzien van muurankers. Steekboogvensters zoals beschreven; ingemetselde
gevelsteen met Bourgondisch kruis, afkomstig van een gesloopt pand (voorheen
Oud Korenhuis nr. 6) in het blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. hoogveld van de deur. Hergebruikte
spiegelboogdeur met hardstenen omlijsting in régence-/Lodewijk
XV-stijl, uit het midden van de 18e eeuw, in de zuidtravee : geprofileerd
kwarthol beloop met neuten, spiegels, gegroefde voluutsleutel, schelpen in de
zwikken en gekorniste, gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden.
Wederopgebouwde (?) aanbouw boven de overwelfde doorgang.
Voormalige stallingen
in neoclassicistische stijl uit de eerste helft van de 19e eeuw, aan
west- en zuidzijde van de binnenplaats; drie bouwlagen en tweemaal vier traveeën
onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gedecapeerde bakstenen lijstgevels, met brede korfbogige
koetspoorten op
natuurstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., licht getoogde bovenvensters op doorgetrokken
lekdrempels, en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..
Bronnen
Archieven
K.I.K., 29743 A, 69537 A.