Typologie(ën)
Ontwerper(s)
LOZIER – architect – 1923
Stijlen
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Halfvrijstaande villa met invloed van de
eclectische stijl en de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., naar ontwerp van architect Lozier (?),
1923.
Gebouw van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met gebroken kap. Gevels in
baksteen in rode, oranje en gele tinten, versierd met witstenen elementen
(beschilderd), bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen en hardsteen. De meeste
vensters met dubbel kruisraam.
Straatgevel met twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechts, onderbouw
met garage-ingang, onder een brede bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met twee monelenStenen vensterstijl. bekroond door
een terras met balustrade voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met drieledige rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Travee
geflankeerd door doorlopende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die de aandaken van een trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met venster vormen. Links, brede
rondboogdeur achter een trap (vernieuwd) en onder een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op de verdieping,
glasdeur met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Houten dakvenster
met analoog traliewerk.
Thans overwegend geel geschilderd, symmetrische zijgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...),
de centrale, die het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht, verspringend en bekroond door een
dakvenster met klokprofiel. Zijvensters onder
korfboog en met versierde zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is..
Schrijnwerk deels bewaard; deur met ramen met smeedijzeren traliewerk in
art decostijl en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met waaiervormige roedeverdeling en floraal
glas-in-loodraam; muuropening van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. eveneens met
glas-in-loodraam.
Afsluiting van het voortuintje vervangen.
Interieur: hal, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en keuken links, salon en eetkamer rechts. Vier kamers op de
verdieping.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 53704 (1923).