Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
VAN STICHEL – 1912
Stijlen
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 35765
Beschrijving
Burgerhuis in
neo-Vlaamse renaissancestijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., gesigneerd onder het
eerste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping “.F. VAN STICHEL. / ….Architecte..Bruxelles.”,
1912. De vergunningsaanvraag omvatte tevens het ontwerp, door dezelfde
architect en in dezelfde stijl, van Emile Bockstaellaan nr. 53, thans in
slechte staat van bewaring.
Het huis werd gelauwerd in de gevelwedstrijd die de gemeente Laken voor de jaren 1911-1912 organiseerde.
Bakstenen gevel met witstenen element op hardstenen plint. Muuropeningen onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Op de benedenverdieping, muuropeningen met tussendorpel en onder doorlopende latei; deur met impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met moneelStenen vensterstijl.; getraliede vensters. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping en twee op de verdieping, behandeld als uitsprong op arcaturen en bekroond door een grote trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met tweelicht; toppinakel onder bolvormig topstuk. Op de toegangstravee, cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met rolwerkmotief. Kleine houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder schilddak. Ankers. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... : deur met traliewerk en hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen., opengaande vleugels van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping met glas-in-lood, bovenlichten met roedeverdeling en groen glas.
Het huis werd gelauwerd in de gevelwedstrijd die de gemeente Laken voor de jaren 1911-1912 organiseerde.
Bakstenen gevel met witstenen element op hardstenen plint. Muuropeningen onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Op de benedenverdieping, muuropeningen met tussendorpel en onder doorlopende latei; deur met impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met moneelStenen vensterstijl.; getraliede vensters. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping en twee op de verdieping, behandeld als uitsprong op arcaturen en bekroond door een grote trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met tweelicht; toppinakel onder bolvormig topstuk. Op de toegangstravee, cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met rolwerkmotief. Kleine houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder schilddak. Ankers. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... : deur met traliewerk en hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen., opengaande vleugels van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping met glas-in-lood, bovenlichten met roedeverdeling en groen glas.
Bronnen
Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/OW PV Reg. 136 (13.06.1912).