Typologie(ën)

kunstenaarsatelier
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1927

Em. DEVOLDERarchitect1933

Statut juridique

Beschermd sinds 08 juni 2023

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Jette - historische kern (DPC-DCE - 2020-2023)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 24823
lees meer

Beschrijving

Bel-étagewoning en atelier in modernistische stijl i.o.v. meester glazenier Frans David Ferdinand Crickx. Atelier achteraan het perceel van 1927, woning van 1933 en n.o.v. architect Em. Devolder.

Historiek
Crickx (1893 Brussel/Sint-Gillis – 1979 Brussel/Jette) leerde tussen 1924 en 1927 het ambacht van de glasschilderkunst in het atelier van Georges Bary in de Leopoldstraat 142 te Jette. In 1927 nam Crickx de zaak over en bouwde een eigen atelier in de Ferdinand Lenoirstraat 96 te Jette. Enkele jaren later, in 1933, werd het atelier vergroot door de bouw van zijn eigen woning waarvan de benedenverdieping dienst deed als bureau en garage. In 1948 vergrootte hij zijn atelier nogmaals door de constructie van een opbrengstwoning in de Pierre De Breukerstraat 20-22 waarvan de gelijkvloerse- en kelderverdiepingen dienst deden als ruimtes voor sablage, acide, fours, magasin en masticage. Dit perceel leunt langs de achterzijde aan bij het bestaande glasatelier in de Ferdinand Lenoirstraat. Het glazeniersatelier Crickx bleef actief tot 1967.

Gedurende een periode van 40 jaar werd het atelier uitgebouwd tot een van de grootste en meest productieve van het land waarin tijdens de bloeiperiode tot een vijftigtal werknemers actief waren. Zo leverde Crickx ongeveer 400 nieuwe glasramen voor kerken en kloosters in Brussel, Vlaanderen en Wallonië. Enkele van de meest befaamde Brusselse voorbeelden zijn de Sint-Jan-de-Doperkerk in Sint-Jans-Molenbeek (1932), de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdeskerk in Jette (1951) en de Heilig-Hart basiliek van Koekelberg (1954). Ook werden een 120-tal glas-in-loodramen gerestaureerd door het atelier van Crickx. Hiernaast werden tal van burgerlijke opdrachten gerealiseerd in onder meer gemeentehuizen, scholen en universiteiten. Zo citeren we de Rijksnormaalschool in de Karel Bogaeertstraat in Laken (1930), het gerechtshof van Hasselt (1936), de universiteit van Gembloux (1947) en het gemeentehuis van Jette (1951).

Crickx heeft maar zelden glasramen eigenhandig ontworpen of uitgevoerd. Hij had enkele tekenaars-schilders in vaste dienst: Ovide Piron en Emile De Zone waren de belangrijkste. Hij deed ook veelvuldig beroep op externe ontwerp- en kartontekenaars: vooral Louis-Charles Crespin en Maurice Hizette hebben veel voor het atelier gewerkt. Daarnaast lieten ook veel andere glazeniers hun ontwerpen uitvoeren bij Crickx.

Beschrijving
Woning van de meester glazenier, gelegen aan de linkerzijde van het perceel. Origineel en strak gevelontwerp door de gesloten zijgevel en de imposante hoekerker met glas-in-loodramen. Drie bouwlagen onder plat dak met een benedenverdieping in baksteen met breukstenen plint en verdiepingen in lichtgrijze, ruwe bepleistering. Hoofdgevel met ingang onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. met geometrische smeedijzeren deur en sobere metalen garagepoort. Rechthoekige vensteropeningen van verschillende afmetingen. Zijgevel met een reeks kleine, rechthoekige vensteropeningen op de benedenverdieping. Eerste verdieping voorzien van centrale vensteropening en aan rechterzijde driedelige vensterdeur uitgevend op een balkon met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en eenvoudige buisleuning. Op tweede verdieping centrale, kleine trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Verschillende gevelopeningen werden voorzien van glas-in-loodramen uitgevoerd door het atelier F. Crickx: op de eerste verdieping religieuze taferelen en op de tweede verdieping geometrische art-nouveaumotieven.

Het interieur dient op de benedenverdieping als uitbreiding van het atelier en omvat een ruime garage en een bureau in het bijgebouw. De verdiepingen worden gebruikt als woning van de glaskunstenaar Frans Crickx en typeren zich als een klassieke Brusselse burgerwoning met een aaneeschakeling van ruimtes. Inkomhal, met sierlijk glas-in-loodraam in art-decostijl met voorstelling van vogels en bloemguirlandes, uitgevend op imposante traphal met bordestrap en zenitale verlichting. Livingroom met oorspronkelijke en op maat gemaakte art-décocommode in marmer waarin houten kastjes en centraal een haard en spiegel. Keuken nog grotendeels van zijn oorspronkelijke bouwperiode (vierkante tegels, modulaire kasten en gootsteen). Op de tweede verdieping bevonden zich oorspronkelijk twee slaapkamers en één badkamer.

Aan de achterzijde van de grote koer (thans een tuin), atelier op onregelmatig plattegrond, bestaande uit één bouwlaag onder plat dak. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met grote glaspartijen. De derde travee is hoger en voorzien van een daklicht. Twee ingangsdeuren. Dito hoger volume met daklicht uitgevend op de kleine koer in de hoek achteraan het perceel.

Het interieur bestaat volgens de oorspronkelijke bouwplannen uit één grote werkruimte met aan de linkerzijde een bureau afgesloten door een glas-in-loodraam. In 1967 werd het atelier in gebruik genomen als metaaldepot en in 2005 werd het omgevormd tot woning.

De woning is beschermd als monument volgens ministerieel besluit van 08.06.23.


Bronnen

Archieven
GAJ/DS 4908 (1927), 7294 (1933), 9098 (1940), J7947 (2005).
Urban, documentatiecentrum, dossier KCML, woning en atelier Crickx, Ferdinand Lenoirstraat 96, Jette.

Publicaties en studies

BAKELANTS, I., De glasschilderkunst in België in de negentiende en twintigste eeuw: repertorium en documenten, deel C, Wommelgem, 1986, pp. 138-143.

Tijdschriften
La Renaissance du vitrail in L’Art de Bâtir, 8, 1941, pp. 26-27.
Le pavillon de l’art religieux in Bâtir, 30, 1935, pp.194-195.