Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
William SAUBERT – architect – 1913
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 13539
Beschrijving
Eclectisch pand n.o.v. arch. William SAUBERT, 1913.
Drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevel in lichte baksteen afgewisseld met banden en puilijst in blauwe hardsteen op gerpofileerde arduinen plint. Op begane grond drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. waartussen decoratieve pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., rechts rechthoekige deur. Op de eerste verdieping rechthoekige muuropeningen onder latei op aanzetstukken, in laatste bouwlaag korfboogvensters onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. In linkertravee resp. schouderbogig en rechthoekig balkon; gelijkaardige ijzeren leuningen.
Drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevel in lichte baksteen afgewisseld met banden en puilijst in blauwe hardsteen op gerpofileerde arduinen plint. Op begane grond drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. waartussen decoratieve pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., rechts rechthoekige deur. Op de eerste verdieping rechthoekige muuropeningen onder latei op aanzetstukken, in laatste bouwlaag korfboogvensters onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. In linkertravee resp. schouderbogig en rechthoekig balkon; gelijkaardige ijzeren leuningen.
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 6466 (1913).