Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

P. LIBERT1954

INCONNU - ONBEKEND1750-1775

G. PRIENSarchitect1696

Statut juridique

Beschermd sinds 20 september 2001

Stijlen

Classicerende barok

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31807
lees meer

Beschrijving

Diephuis met enkelhuisopstand, oorspronkelijk van drie bouwlagen (tweede bouwlaag opgesplitst) en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Oorspronkelijk eigendom van de Bakkersgilde die het kochten en vervolgens lieten heropbouwen door G. Priens.

Gecementeerde halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken., gedateerd “MD / DC / VI” (1696) op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Verdiepingen volgens archiefgegevens van 1954 gerestaureerd n.o.v. architect P. Libert: natuursteen voor onderdorpels, kordons, banddecoratie, kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en basementen van de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..

Classicerende barokordonnantie: Dorische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in kolossaal orde, uitlopend in het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., onversierd friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden.. Tweeledige top met platbandbelijning, gemarkeerd door waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; centraal rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen smalle Dorische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en flankerende oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; top met frontonbekroning. Fraaie, beschilderde hardstenen pui in Lodewijk XVI-stijl (ca. 1775) met latere aanpassingen. Benadrukte deurtravee in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.: rechthoekige omlijsting op hoge neuten, sluitsteen met lamberkijnDraperie in guirlandevorm, al dan niet met kwasten; vaak geschilderd of nagebootst in hout, metaal, ... onder druiplijst en tandlijst. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping aangepast als garage-ingang; behouden lamberkijnen onder de druiplijst; lekdrempels voorheen op uitgewerkte consooltjes (zie geveltekening toestand 1919).

Bronnen

Archieven
SAB/OW 62717 (1954).
KCML, plannen Brussel: gevelopstanden architect 
F. Malfait, 25, Guldenhoofdstraat, 1919.

Websites
BALat KIK-IRPA