Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1876
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31684
Beschrijving
Burgerhuis met neoclassicistische
inslag, waarvoor bouwaanvraag van
1876.
Souterrain, drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak (leien). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel op zwaar geboste hardstenen benedenbouw. Middenrisaliet, doorgetrokken tot in de bedaking, op de beletage geaccentueerd door een gebogen balkon en portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. op zuilen; doorlopende balustradesHekwerk van spijlen of balusters.. Getoogde benedenvensters en deur, verdiepte rechthoekige bovenvensters met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; oorspronkelijk gebroken frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en rijke dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., heden vernieuwd, tussen oeil-de-boeufs.
Souterrain, drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak (leien). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel op zwaar geboste hardstenen benedenbouw. Middenrisaliet, doorgetrokken tot in de bedaking, op de beletage geaccentueerd door een gebogen balkon en portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. op zuilen; doorlopende balustradesHekwerk van spijlen of balusters.. Getoogde benedenvensters en deur, verdiepte rechthoekige bovenvensters met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; oorspronkelijk gebroken frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en rijke dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., heden vernieuwd, tussen oeil-de-boeufs.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 6007 (1876).