Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Théophile PHOLIEN – architect – 1935
Stijlen
Art deco
Amsterdamse School
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21983
Beschrijving
Burgerhuis in art-decostijl n.o.v. architect Théo Pholien, 1935.
Gevel in hardsteen en bruingekleurde baksteen. Opstand van drie bouwlagen, met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Op de benedenverdieping, garagepoort, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en toegangsdeur, allemaal getralied. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras voor drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het centrale smaller. Breed dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. achter een trapezoïdaal balkon. Stenen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met metalen vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Decor met bakstenen zaagtand. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op geometrische consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., deuren en het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.
Ruimte voor een dokterskabinet op de benedenverdieping.
Gevel in hardsteen en bruingekleurde baksteen. Opstand van drie bouwlagen, met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Op de benedenverdieping, garagepoort, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en toegangsdeur, allemaal getralied. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras voor drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., het centrale smaller. Breed dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. achter een trapezoïdaal balkon. Stenen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met metalen vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Decor met bakstenen zaagtand. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op geometrische consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., deuren en het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.
Ruimte voor een dokterskabinet op de benedenverdieping.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 208-116.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid