Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1800-1900
Stijlen
Neoclassicisme
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 16861
Beschrijving
Herenhuis met neoclassicistische inslag, eind 19e eeuw.
Twee bouwlagen en drie ongelijke, brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder tentdak. Gevel in witsteen met hardstenen banden. In toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. koetspoort onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., in 1901 verhoogd met één bouwlaag en in 1914 voorzien van mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Getoogde muuropeningen. In centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) stenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op stenen schelp. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en koetspoort bewaard.
Twee bouwlagen en drie ongelijke, brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder tentdak. Gevel in witsteen met hardstenen banden. In toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. koetspoort onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., in 1901 verhoogd met één bouwlaag en in 1914 voorzien van mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Getoogde muuropeningen. In centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) stenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op stenen schelp. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en koetspoort bewaard.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 20-138.