Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
cinema/bioscoop
cinema/bioscoop
Ontwerper(s)
Léon SMETS – architect – 1919
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Bioscoopzalen (1993)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Sociaal
- Technisch
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 13900
Beschrijving
Beaux-Artspand met vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. waarvoor bouwaanvraag van 1919, n.o.v. arch. Léon SMETS.
Oorspronkelijk met drie bouwlagen en attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. ; de vierde bouwlaag (oorspronkelijk met driehoekige frontonbekroning boven de middentravee) werd in 1920 bijgebouwd n.o.v. dezelfde architect ; het mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. dateert uit een nog latere periode.
Van 1920 tot eind jaren 1970 gebruikt als bioscoopzaal ; namelijk "Victorit Cinéma", later "Cinquantenaire".
De begane grond werd in 1978 verbouwd, in oorsprong met centraal verdiepte ingang, geflankeerd door twee vleugeldeuren onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster..
Van 1920 tot eind jaren 1970 gebruikt als bioscoopzaal ; namelijk "Victorit Cinéma", later "Cinquantenaire".
De begane grond werd in 1978 verbouwd, in oorsprong met centraal verdiepte ingang, geflankeerd door twee vleugeldeuren onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster..
Gevel in similisteen met imitatievoegen. Middentravee vanaf de tweede bouwlaag begrensd door geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Zware kordonlijst tussen derde en vierde bouwlaag. Bel-etage geaccentueerd door houten trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. ; steekboogvensters in de zijtraveeën. In de derde bouwlaag drie deurvensters met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. waarvan centraal verdiept rondboogvenster ; waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. in de zijtraveeën. Vierde bouwlaag met rondboogvenster geflankeerd door steekboogvensters ; muuropeningen in vlakke omlijsting met ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Drie dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. in het dak.
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 7914 (1919), 8505 (1920).
Inschr.reg. 2988 (1978).