Bekijk de weerhouden gebouwenDe Prévinairestraat loopt langs de westelijke ringspoorlijn; ze begint ten zuiden van het Crickxpark, kruist het kruispunt gevormd door de Elektriciteitsstraat en de Kommenstraat, en mondt dan uit op de plaats waar de Grondelsstraat in westelijke richting afbuigt.

De straat, die al in 1834 wordt vermeld, vond haar oorsprong in een weg die leidde van de Bergensesteenweg naar de katoenfabriek van de heer Prévinaire, die vóór 1828 op de westelijke oever van de Kleine Zenne was gevestigd.Het was deze industrieel – wellicht Eugène Prévinaire (1805-1877), tevens politicus – die zijn naam aan de straat gaf. Ze vertoonde twee rechthoekige bochten die de grenzen van de velden volgden. In 1871 werd de westelijke ringspoorlijn ingehuldigd, waarvan het tracé verscheidene delen van de straat deed verdwijnen; de straat liep van dan af evenwijdig aan de spoorweg en het station van Kuregem en mondde uit aan de velden. Ten zuiden van de fabriek, op een terrein gelegen tussen de spoorlijnen en de Kleine Zenne, werden de kleine arbeidershuizen van de Cité Michiels gebouwd (1887 -1890). Ze waren bereikbaar via een smalle weg die de Prévinairestraat verlengde en die later met de Grondelsstraat zou worden verbonden via een loopbrug over de rivier, voordat die onder de spoorwegbrug liep. In de jaren 1950 werd de weg verbreed en de loopbrug verwijderd in het kader van de drooglegging van de waterloop.<

In 1899 werd vóór het station van Kuregem het Place de la République aangelegd, op het huidige kruispunt van de Emile Carpentierstraat en de Gouverneur Nensstraat. Van dan af was het daar dat de Prévinairestraat begon. Bij K.B. van 01.12.1903 werd het straatdeel dat de verbinding tussen de twee bochten van de oorspronkelijke straat vormde, het zuidelijke uiteinde van de Elektriciteitsstraat

Het eerste straatdeel van de oude zigzaggende straat werd in het noordoosten afgeboord door een buitengoed dat al vóór 1859 werd bewoond door ridder Emile Clément de Cléty. Rond 1896 ging het eigendom over op de familie Crickx, onder wie schepen en meetkundig schatter L. Crickx. In 1906 werd het domein door de staat verworven in het kader van de heraanleg van de spoorlijnen en werd het omgevormd tot een openbaar park gelegen tussen de Emile Carpentierstraat, de Prévinairestraat en de Elektriciteitsstraat. In 1911 ontwierp gemeentelijk architect Louis Ernest S’Jonghers twee demonteerbare paviljoenen voor Gemeentelijke Kleuterschool nr. 6 aan de zuidkant van het park, op een strook terrein begrensd door de twee laatstgenoemde straten. De school, die wellicht net voor of na de Eerste Wereldoorlog werd geopend, werd in 1928 naar nr. 88 van de Grondelsstraat overgebracht. In 1939 werd het Crickxpark aan de gemeente afgestaan. Na de Tweede Wereldoorlog werd het buitenhuis in de noordwestelijke hoek, vlak bij het station van Kuregem, gesloopt. Rond 1960 werd het begin van de Prévinairestraat verwijderd en vervangen door een uitbreiding van het park die tot aan het spoorwegtalud liep. De groene ruimte werd in 1999 gerenoveerd en bevat verscheidene opmerkelijke bomen.

Nog vóór 1858 werd de Prévinaire-fabriek omgevormd tot de zijdedrukkerij Seny & Leclercq, die in de jaren 1880 op haar beurt werd ingenomen door een munitiefabriek, de Cartoucherie Belge. Kort vóór 1903 vestigde de fabriek van de SA L’Union Electrique zich in het complex. Ze werd 1987 gesloopt door de Fromageries Bel en vervangen door een groot gebouw (nr.58) dat nu wordt ingenomen door het bedrijf voor de recuperatie van bouwmaterialen Rotor. Het eerste straatdeel bevat thans twee woningen uit de jaren 1900, als geheel ontworpen met de huizen aan de Elektriciteitsstraat (zie nr. 32-34 en 36). Aan het einde van de straat zijn de Cité Michiels en een aanpalend geheel dat in 1900 werd ontworpen (de vroegere nr. 68 tot 78) vervangen door gebouwen uit de jaren 1950.

Bronnen

Archieven
GAA/DS Registre des rues [Stratenregister].
GAA/DS58: 2991 (06.08.1884), 46058 (22.04.1986), 46239 (14.10.1986); 68 tot 78: 9956 (12.08.1904); Cité Michiels: 3638 (26.03.1887), 4078 (05.09.1888), 4282 (27.07.1889), 4614 (31.12.1890).
ARA, T148, Provinciebestuur van Brabant, Plannen van de Technische Dienst der Gebouwen, inv. nr. 2786-2796 (1911).
Archief Marcel Jacobs.

Publicaties en studies
DEMEY, Th., Bruxelles en vert, Badeaux, Brussel, 2003, p. 155.

VAN AUDENHOVE, J., Les rues d’Anderlecht, Herdenking van de twintigste verjaardag van de oprichting van Anderlechtensia, C.A.F.H.A, 1995, pp.63, 195, 207-208, 214.

Tijdschriften

Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Prévinaire (rue)”, 1859-1860, 1880, 1887, 1890, 1891, 1903.
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Électricité (rue de l’)”, 1914, 1920, 1928, 1929.

Kaarten / plannen
Carte topographique des environs de Bruxelles
, Etablissement géographique de Bruxelles, 1840.
HUVENNE, J., Carte topographique et hypsométrique de Bruxelles et ses environs, ca.1858.
POPP, P. C., Plan parcellaire de la commune de Anderlecht. Développement du village et des Hameaux de Cureghem, de Vee Weide et het Eiland, begin jaren 1860.