Onderzoek en redactie

2016-2019

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Zevenbunderslaan begint op het grondgebied van de gemeente Ukkel, op het kruispunt gevormd met de Alsembergsesteenweg, de Oscar van Goidtsnovenlaan, de Coghenlaan en de Vanderkinderestraat, die ze verbindt met de Joseph Bensstraat. Ze kruist de Roosendaelstraat. De Wapenrustinglaan, de Ulysselaan en de Neptunuslaan monden erop uit. De Mozartlaan begint er.

De Zevenbunderslaan werd in 1901 gecreëerd in het kader van het plan van aanleg van de Sint-Augustinuswijk.
Dit plan werd in 1899 uitgewerkt in het kader van een vastgoedproject opgezet door de Société Anonyme des Villas de Forest, en vooral door haar spilfiguur, Alexandre Bertrand. Het middelpunt van dit plan werd gevormd door het ronde Hoogte Honderdplein (zie Hoogte Honderdplein). Het plan besloeg het gebied tussen het Park van Vorst (noordzijde), de Alsembergsesteenweg (oostzijde), de Joseph Bensstraat (zuidzijde) en het Dudenpark en de Domeinlaan (westzijde). De Gemeente Vorst keurde het plan in 1901 goed, en de definitieve rooilijnen werden nog datzelfde jaar bekrachtigd bij K.B. van 04.05.1901.
Om de verbinding tussen de reeds bestaande parkenwijk (getekend door wegeninspecteur Victor Besme in 1875) en de nieuwe Sint-Augustinuswijk te verbeteren, werkten de Belgische staat en de gemeente Vorst een nieuw plan van aanleg uit dat ook de Zevenbunderslaan omvatte. Dit plan werd goedgekeurd bij K.B. van 08.02.1912.


De Zevenbunderslaan dankt haar naam aan het Sevenbundersbosch, dat ongeveer het gebied innam tussen de huidige Domeinlaan, Neptunuslaan, Henri Maubelstraat en Joseph Bensstraat.

Zevenbunderslaan, s.d, Collectie Belfius Bank – Académie royale de Belgique ©ARB-urban.brussels.

Van 1900 tot 1914 werd de Zevenbunderslaan bebouwd met rijhuizen, waaronder enkele burgerwoningen (zie nr.128 tot 134, 150, 182 en 184) en gegoede landhuizen (zie nr.95, 165-167, 156, 300, 302, 304 en 308). Het was de eclectische stijl die toen overheerste, zoals op nr.211 en 213 (1906), 126 (architect Ph. Stockhem, 1912), 166 (architect Ernest Delune, 1903) en 168 (1904), soms met pittoreske inslag zoals op nr.317 (1905), 319 (1909), 198 (1909), 200 (1910) en het geheel van nr.338 tot 346 (1906), of met invloed van de Beaux-Artsstijl, zoals op nr.202 (architect Ch. Petein, 1911).
Tussen 1920 en 1930 werden huizen in art-decostijl gebouwd (onder meer nr.195, 197, 199 en 201,architect Rémy Leysen, 1925), maar ook huizen met pittoreske inslag zoals op nr.155 (architect Maurice Van Eyck, 1929) en het geheel van nr.265 tot 281 van de hand van architect Franz Van Ruyskensvelde. Vanaf 1929 verrezen enkele huizen in modernistische stijl, zoals het huis en atelier van architect Charles-Marcel Van Wynsberghe (zie nr.175), nr.189 (1932) en 227 (1931, recent verhoogd) van architect Raphaël Delville, en nr.312 (architect F.J. De Smedt, 1929).
De onbebouwd gebleven percelen werden tijdens de jaren 1950 en 1960 bebouwd.

Bronnen

Archieven
GAV/OW 45.
GAV/DS 211, 213: 4076 (1906); 126: 5783 (1912); 166: 3362 (1903); 168: 3614 (1904); 317: 4883 (1905); 319: 3722 (1909); 198: 5021 (1909); 200: 5375 (1910); 338 tot 346: 4033 (1906); 202: 5725 (1911); 195: 8446 (1925); 197: 8447 (1925);199: 8448 (1925); 201: 8423 (1925); 155: 10399 (1929); 189: 11772 (1932); 227: 11521 (1931); 312: 10482 (1929).

Ouvrages
HUSTACHE, A., Forest, CFC-Editions, Brussel, 2001 (coll. 
Guide des communes de la Région bruxelloise).
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949.