Onderzoek en redactie

1997-2004

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

Brede rechte laan van Sint-Gillisbareel naar Rochefortplein. Twee verkeerswegen van elkaar gescheiden door een centrale berm met tramsporen en beplanting. De laan verbreedt ter hoogte van het kruispunt met de Wipstraat. De gebouwen nr. 1 tot 89 en 2 tot 118 bevinden zich op grondgebied van Sint-Gillis, de gebouwen nr. 91 tot 159 en 118A tot 164 bevinden zich op Vorst.

Benaming naar nabijgelegen park van Vorst.

De laan werd vastgelegd in het project van het Zuidpark en de villawijk getekend door Victor Besme in 1875 en bekrachtigd bij K.B. van 15.03.1876. Ze werd aangelegd volgens rooilijnenplan van 07.11.1898 op de gronden van een in 1877 ontruimd oud kerkhof. Het project voorzag de aanleg van een nieuwe wijk bestaande uit het openbaar park van Sint-Gillis – Vorst, de omliggende straten en de verbinding naar het Zuidstation (zie ook Park van Vorst). Volgens K.B. van 20.05.1912 werd het laatste stuk van de laan dat zich op grondgebied van Vorst bevindt verlengd ter verbetering van de verbinding tussen Sint-Gillis en Vorst. Hiervoor diende een stuk van de Clementinelaan afgeschaft te worden.

Het straatgedeelte op Sint-Gillis werd hoofdzakelijk bebouwd tussen 1902 en 1928. Aan pare kant doorlopend homogeen ensemble van burgerhuizen, tussen 1904 en 1909 opgetrokken op gelijke percelen; opmerkelijk goed bewaard. Overwegend huizen in eclectische stijl met polychroom parement, sommige met asymmetrische compositie: nr. 11 en 13 dubbelhuis met handelsruimte, 1902, 26 (1906), met impostvenster voorzien van gekleurd glas, 33 (architect Kneipe, 1905), 36 (1910), 54 (1907), met fries van cementen tegels, 56 (1906), 70 (1908), met impostvenster met glas-in-lood en 78 (architect William Defontaine, 1908); huizen met symmetrische compositie: ensemble van twee analoge huizen van 1907 op nr. 58 en 60.

In het begin van de straat, enkele eenvoudigere huizen in neoclassistische stijl; gevels met schijnvoegen: nr. 6 en 8 (architect Hubert De Kock, 1904), 7-9, gebouw op de hoek van de Wipstraat, 1906, 10 en 12, dubbelwoning met handelsruimte, 1904, 15 (1903), verhoogd met een verdieping, 1927, 17 (1903), 37 (1904) en 68 (1907).

Het oudste gebouw op grondgebied Vorst, of het laatste bouwblok, dateert van 1914 en betreft het opbrengsteigendom met commerciële benedenverdieping in eclectische stijl op nr. 135-137. Haast alle overige huizen dateren van tussen 1924 en 1936 of enkele jaren later dan de bebouwing op het grondgebied van Sint-Gillis. Langs de onpare zijde bestaat ze uit rijhuizen met opbrengstwoningen overwegend in (laat-)eclectische stijl zoals de woning nr. 151 uit 1931, al of niet met elementen uit de Beaux-Artsstijl zoals op nr. 131 n.o.v. architect Lucas François, 1924. Op nr. 115 n.o.v. architect André Watteyne een opmerkelijke eengezinswoning in art deco met dokterspraktijk op de twee benedenverdiepingen (zie nr. 115). Een drietal opbrengstwoningen werden gebouwd in een modernistische stijl: nr. 119 uit 1936, nr. 149 n.o.v. architect Paul Le Bon uit 1934 en nr. 153-155 n.o.v. architecten Fernand en Maxime Brunfaut, 1933.

De woningen aan de pare zijde van het laatste bouwblok in de Parklaan volgen dezelfde architecturale ordonnanties als deze in de driehoek gevormd door de Villa-, Clementine- en Parklaan en bestaat zodoende uit dubbelvilla’s met prestigieuze allures en grote tuinen omgeven door een heg of hek. Zodoende vanuit het park van Sint-Gillis het panoramisch zicht op Brussel te behouden werd de nieuwe eigenaars verboden meer dan twee verdiepingen te bouwen. Deze terreinen werden allen verkocht door de <i> Société Anonyme du parc de Saint-Gilles </i>. De gebouwen vallen op door hun rijkere architectuurtaal in art deco of modernistische stijl zoals op nr. 138, 140 n.o.v. architect Louis Cardon (1928) en nr. 132 n.o.v. architect Edouard Scutenaire (1933) die in latere periodes verbouwingen ondergingen. De villa op nr. 156 n.o.v. architect Pierre De Gieter bestond oorspronkelijk uit grote bepleisterde elementen omgeven door baksteen en een serre aan de rechterzijde van de gevel. De twee laatste percelen met nr. 158 en 164 reiken tot de Villalaan (zie Villalaan nr. 111 en 117).

Bronnen

Archieven
GASG/DS 6: 52 (1904); 7-9: 298 (1906); 8: 96 (1904); 10, 12: 260 (1904); 11, 13: 279 (1902); 14: 66 (1905); 15: 148 (1903), 474 (1927); 17: 190 (1903); 26: (1906); 33: 95 (1905); 36: 166 (1910); 37: 64 (1904); 47: 209 (1904); 51: 268 (1926); 54: 63 (1907); 56: 31 (1906); 58: 24 (1907); 60: 25 (1907); 68: 70 (1907); 70: 205 (1908); 78: 336 (1908).
GAV/OW dossier 49, KB 15.03.1876.
GAV/OW dossier 44, KB 20.05.1912.
GAV/OW 145 (niet geklasseerd fonds).
GAV/DS 119: 13061 (1936, 22618 (2000); 131: 8358 (1924), 16155 (1953), 17784 (1960), 21622 (1994); 132: 11822 (1933), 14270 (1942), 18935 (1966), 19079 (1967), 22002 (1996), 22102 (1997); 135-137: 6619 (1914); 138-140: 9940 (1928), 21630 (1994); 149: 12339 (1934), 16199 (1953); 151: 11506 (1931); 153-155: 12072 (1933), 20242 (1978), 23287 (2004); 156: 9745 (1928), 18558 (1964); 157-159: 11884 (1932).
Verzameling postkaarten Dexia Bank.

Publicaties en studies
CABUY, Y., DEMETER, S., LEUXE, F., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel, 4, Vorst, MRBC – MRAH, Brussel, 1993.
FRANCIS J., La chanson des rues de Forest, Louis Musin éditeur, 1976: p.41.
PIRLOT, A.-M., De Hoogte Honderdwijk, GOB, Brussel 2014 (Brussel, stad van kunst en geschiedenis, 53), pp. 14-15.
Saint-Gilles. Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU asbl, Brussel, 1988, p. 58.
Stedelijke en architecturale gehelen in Sint-Gillis, Dienst monumenten en landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gemeente Sint-Gillis, 1999, p. 20.