Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Alfred NYST – architect, ingenieur-architect – 1926
Stijlen
Art deco
Modernisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 36851
Beschrijving
Opmerkelijk
burgerhuis in een mengeling van art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. en modernistische stijl, n.o.v.
ingenieur-architect Alfred Nyst, 1926.
Opstand van vijf bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. bouwlagen. Op de benedenverdieping, hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. links geflankeerd door een smeedijzeren inrijpoort; centraal, pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) versierd met kleine keramiektegels met art-decomotieven die terugkeren ter hoogte van de verdiepingen, waar ze fijne decoratieve banden vormen. Op deze pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) rust een trapezoïdale gestapelde erker met op de eerste twee verdiepingen een paar venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en, op de derde, een loggia. Loggia bekroond door een terras afgesloten door een metalen buisreling en beschermd door een driehoekig plat dak dat op een kolom rust. Drie muuropeningen in de laatste bouwlaag. Schrijnwerk bewaard.
Garage aan de achterzijde van het perceel.
Interieur. In het midden van het gebouw, groot trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht door een daklicht en aangevuld met een diensttrap.
Achteruitbouwstrook, oorspronkelijk afgesloten door een ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel, verdwenen.
Opstand van vijf bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. bouwlagen. Op de benedenverdieping, hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. links geflankeerd door een smeedijzeren inrijpoort; centraal, pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) versierd met kleine keramiektegels met art-decomotieven die terugkeren ter hoogte van de verdiepingen, waar ze fijne decoratieve banden vormen. Op deze pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) rust een trapezoïdale gestapelde erker met op de eerste twee verdiepingen een paar venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en, op de derde, een loggia. Loggia bekroond door een terras afgesloten door een metalen buisreling en beschermd door een driehoekig plat dak dat op een kolom rust. Drie muuropeningen in de laatste bouwlaag. Schrijnwerk bewaard.
Garage aan de achterzijde van het perceel.
Interieur. In het midden van het gebouw, groot trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht door een daklicht en aangevuld met een diensttrap.
Achteruitbouwstrook, oorspronkelijk afgesloten door een ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel, verdwenen.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 8825
(1926), 26132 (2016).