Typologie(ën)
historische lift
Ontwerper(s)
Raymond BURGRAEVE – architect – 1934
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Appartementsgebouw in
art-decostijl, gesigneerd en gedateerd "L’architecte Raym.[ond] Burgraeve
1934".
Opstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en acht bouwlagen, de
laatste als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Op een hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., gevel in (simili-)witsteen
en okerkleurige bakstenen. Centraal, smallere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met een fijne,
lichtjes gebogen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over de eerste vijf verdiepingen, bekroond
door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Eerste
en vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen voorzien van balkons met een stenen
borstwering en metalen vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Gestapelde
erker op de tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen zijn voorzien
van een ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren deur. Twee
garagepoorten in de kelderverdieping. Raamwerk
op de verdiepingen vervangen.
Interieur met bewaarde Schindler-lift in open schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. , in het midden van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Twee appartementen per verdieping.
Achteruitbouwstrook oorspronkelijk afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel, bewaard.Bronnen
Archieven
GAV/DS 12230
(1933).
Publicaties en studies
Société Anonyme de Merbes-Sprimont Bruxelles, Brussel, 1936, p. 43.