Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Richard INGHELBRECHT – architect – 1911
Stijlen
Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 29297
Beschrijving
Burgerwoning
in eclectische stijl met elementen in neo-Vlaamse RenaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. n.o.v. architect
Richard Inghelbrecht, 1911.
Maakt deel uit van een homogene huizenrij van burgerwoningen gebouwd tussen 1911 en 1913, van nr. 11 t.e.m. 35.
Asymmetrische opstand, deurtravee met verspringende verdiepingen, onder mansarde. Gevel in crèmekleurige baksteen met hardstenen elementen. Deurtravee bekroond door torentje met veelhoekig tamboerTrommel; ringvormige of polygonale onderbouw waarop een koepel rust., oorspronkelijk mogelijk met lantaarnlicht, en onder spitsdak en windijzer. Getoogde muuropeningen onder ontlastingsbogen, deze in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met welfsteen. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. balkons met ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en/of postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukken en pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. bekroond tuit onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt.. Deur onder getralied bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op gestileerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Gedeeltelijk bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Maakt deel uit van een homogene huizenrij van burgerwoningen gebouwd tussen 1911 en 1913, van nr. 11 t.e.m. 35.
Asymmetrische opstand, deurtravee met verspringende verdiepingen, onder mansarde. Gevel in crèmekleurige baksteen met hardstenen elementen. Deurtravee bekroond door torentje met veelhoekig tamboerTrommel; ringvormige of polygonale onderbouw waarop een koepel rust., oorspronkelijk mogelijk met lantaarnlicht, en onder spitsdak en windijzer. Getoogde muuropeningen onder ontlastingsbogen, deze in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met welfsteen. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. balkons met ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en/of postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukken en pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. bekroond tuit onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt.. Deur onder getralied bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op gestileerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Gedeeltelijk bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Bronnen
Archieven
GAV/DS 5659 (1911), 11019 (1930).