Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Léon DAVIDarchitect1908

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29258
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en art nouveau-elementen, n.o.v. architect Léon David, 1908.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, van nr. 15 tot nr. 20.

Gebouwd op doorlopend  perceel met Garibaldistraat nr. 97 met bakstenen omheiningsmuur.

Bakstenen gevel met elementen in lichtgekleurde baksteen en hardsteen. Meestal getoogde muuropeningen met ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., gebogen balkons volgens verkleinende ordonnantie en met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; balkon van mansarde toegevoegd in 1929 en gewijzigd in 1969. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met houten deur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en hoog impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. onder mijterboogvormige waterlijst, oorspronkelijk onder schuine luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in gemeenschappelijke nis. Mansardedak met dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in deurtravee (1925). Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met opvallende roeden in bovenlichten, bewaard ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..

Bronnen

Archieven
GAV/DS 4607 (1908), 8528 (1925), 9435 (1927), 10522 (1929), 19430 (1969), 25828 (2014).