Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1908
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 29567
Beschrijving
Geheel
van drie bijna identieke burgerhuizen in eclectische stijl met asymmetrische
compositie, 1908.
Dit geheel maakt deel uit van homogene huizenrij in dezelfde stijl, van nr. 1 tot nr. 11.
Gevels bekleed met hardsteen. Onderbouwen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. (diamantkoppen op nr.3). Op de eerste verdieping van de hoofdtraveeën, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. –met stenen kruiskozijnen op nr.3 en 5– bekroond door een terras afgesloten door een ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de benedenverdieping van nr.3 en 5, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Schrijnwerk deels bewaard.
Dit geheel maakt deel uit van homogene huizenrij in dezelfde stijl, van nr. 1 tot nr. 11.
Gevels bekleed met hardsteen. Onderbouwen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. (diamantkoppen op nr.3). Op de eerste verdieping van de hoofdtraveeën, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. –met stenen kruiskozijnen op nr.3 en 5– bekroond door een terras afgesloten door een ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de benedenverdieping van nr.3 en 5, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Schrijnwerk deels bewaard.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 3: 4572 (1908); 5: 4571 (1908), 6972 (1920), 20857 (1988); 7: 4655 (1908), 17601 (1959).