Typologie(ën)
drukkerij
burgerwoning
driegevelvilla
burgerwoning
driegevelvilla
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1865
Paul LE CLERC – architect – 1904
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Wetenschappelijk
- Sociaal
- Technisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 28986
Beschrijving
Op nr.112, voormalige drukkerij, naar
ontwerp van architect Paul Le Clerc, 1904. Op nr.150, halfvrijstaand huis
in eclectische stijl, het resultaat van de verbouwing van een huis uit 1865, naar
ontwerp van architect Paul Le Clerc, 1904.
In 1904 belastten de drukkers O. De Rycker en Mendel architect Paul Le Clerc met de verbouwing van het huis gelegen op nr.150 van de Brusselse Steenweg en met de bouw, op het enorme terrein van het domein dat zich tot aan de spoorweg uitstrekte, van een “fabriek” voor chromolithografie en chromotypografie. Het industrieel gebouw zou nadien nog verscheidene keren worden uitgebreid: in 1907 werden een refter en een conciërgewoning toegevoegd aan de Brusselse Steenweg, naast nr.116, en in 1929 werd de fabriek uitgebreid aan de kant van de spoorweg. In 2006 en 2007, toen het gebouw al minstens 30 jaar buiten gebruik was, liet de gemeente Vorst er renovatiewerken uitvoeren om er haar dienst Stedenbouw in te vestigen.
Het huis, dat ondertussen losstaat van de fabriek, huisvestte tot in 2015 het jongensinternaat van het Koninklijk Atheneum Victor Horta. Het gebouw is thans niet langer in gebruik.
Op nr.112, gebouw uit 1904 bestaande uit een grote hal onder sheddak, waartegen een gebouw van twee bouwlagen met kantoren is aangebouwd. De conciërgewoning, die uit 1907 dateert, flankeert de ingang die loodrecht op de steenweg staat: een klein woonhuis met imitatievakwerk en achteraan de refter. Tegen de grote hal aangebouwd, aan de kant van de spoorweg, gebouw uit 1929 met vier bouwlagen, in baksteen en versierd met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen; traveeën gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Op nr.150, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel aan straatzijde, met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) over drie bouwlagen: op de benedenverdieping van de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), per drie gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Deur rechts. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Afsluithek en portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. in geometrische art-nouveaustijl uit 1912. Oorspronkelijk schrijnwerk (waaronder het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling) en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Interieur. Binnendeuren versierd met glas-in-loodramen, trapleuningen in hout en siersmeedwerk, meubilair in geometrische art-nouveaustijl.
.
In 1904 belastten de drukkers O. De Rycker en Mendel architect Paul Le Clerc met de verbouwing van het huis gelegen op nr.150 van de Brusselse Steenweg en met de bouw, op het enorme terrein van het domein dat zich tot aan de spoorweg uitstrekte, van een “fabriek” voor chromolithografie en chromotypografie. Het industrieel gebouw zou nadien nog verscheidene keren worden uitgebreid: in 1907 werden een refter en een conciërgewoning toegevoegd aan de Brusselse Steenweg, naast nr.116, en in 1929 werd de fabriek uitgebreid aan de kant van de spoorweg. In 2006 en 2007, toen het gebouw al minstens 30 jaar buiten gebruik was, liet de gemeente Vorst er renovatiewerken uitvoeren om er haar dienst Stedenbouw in te vestigen.
Het huis, dat ondertussen losstaat van de fabriek, huisvestte tot in 2015 het jongensinternaat van het Koninklijk Atheneum Victor Horta. Het gebouw is thans niet langer in gebruik.
Op nr.112, gebouw uit 1904 bestaande uit een grote hal onder sheddak, waartegen een gebouw van twee bouwlagen met kantoren is aangebouwd. De conciërgewoning, die uit 1907 dateert, flankeert de ingang die loodrecht op de steenweg staat: een klein woonhuis met imitatievakwerk en achteraan de refter. Tegen de grote hal aangebouwd, aan de kant van de spoorweg, gebouw uit 1929 met vier bouwlagen, in baksteen en versierd met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen; traveeën gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Op nr.150, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel aan straatzijde, met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) over drie bouwlagen: op de benedenverdieping van de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), per drie gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Deur rechts. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Afsluithek en portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. in geometrische art-nouveaustijl uit 1912. Oorspronkelijk schrijnwerk (waaronder het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling) en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Interieur. Binnendeuren versierd met glas-in-loodramen, trapleuningen in hout en siersmeedwerk, meubilair in geometrische art-nouveaustijl.
.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 3439 (1904), 3745;112: 4244 (1907), 6114, 6830, 10437 (1929);150: 29 (1865), 591 (1888), 1501 (1899), 6034 (1912), 13777 (1938), 14409 (1944).
Publicaties en studies
Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles – Forest, AAM, Brussel, 1980, fiche 75
