Typologie(ën)

woning met kunstenaarsatelier

Ontwerper(s)

Louis Herman DE KONINCKarchitect1935

Victor MARRESarchitect1948

Victor BOURGEOISarchitect1924

Stijlen

Modernisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 27867
lees meer

Beschrijving

Voormalige woning met kunstenaarsatelier van de beeldhouwer Henri Puvrez (1893-1971) in modernistische stijl. Resultaat van opeenvolgende verbouwingen van een bescheiden kunstenaarswoning toegeschreven aan de architect Victor Bourgeois uit 1924: vergroot naar een ontwerp van architect Louis Herman De Koninck in 1935, vervolgens in 1945 naar een ontwerp van architect Victor Marrès.

De beeldhouwer Henri Puvrez (Sint-Jans-Molenbeek, 1893 – Antwerpen, 1971) is een autodidact en propageert o.a. samen met Oscar Jespers een expressionistische beeldhouwkunst via de zgn. ‘taille directe’. In Brussel kent hij zijn beste periode tussen 1920 en 1940. Vanaf de Tweede Wereldoorlog evolueert hij naar het classicisme. Hij verlaat Brussel rond 1948 voor Antwerpen en geeft er les aan de Academie voor Schone Kunsten. De bouw en verbouwing van zijn woning met atelier is in overeenstemming met het begin, gevolgd door het hoogtepunt van zijn meest creatieve periode.

Een eerste ontwerp toegeschreven aan architect Victor Bourgeois uit 1924 toont een bescheiden kunstenaarswoning op vierkante plattegrond, met klein atelier op de benedenverdieping en een studio op de verdieping, gelegen op de as van een vliegervormig perceel waarvan de lange zijden een hoek vormen waarlangs twee lanen zouden samenkomen: aan de noordkant de huidige Prins van Oranjelaan en aan de zuidkant de niet volledig gerealiseerde Maretaklaan. In 1927 ontwerpt de broer van de beeldhouwer, architect Louis Puvrez een ondergrondse garage. Het geheel wordt aanzienlijk uitgebreid in 1935 door architect Louis Herman De Koninck waarbij aan de achterkant tot op de perceelsgrens een gebogen volume over twee bouwlagen wordt toegevoegd voor de huisvesting van een groter atelier met vide (dubbele hoogte). Op de benedenverdieping worden aan de noord- en zuidzijde twee loggia’s voorzien, verlicht door venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien met kleine roede-indelingen, en een afzonderlijke toegang. Het grote vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. aan de noordzijde op de eerste verdieping verlicht de vide, typerend voor een kunstenaarsatelier. Het woongedeelte blijft bescheiden aanwezig in de oorspronkelijke bouw van 1924. Tenslotte wordt in 1948 het ateliergedeelte opgeschort, en wordt het geheel heringericht en uitgebreid als woning naar een ontwerp van architect Victor Marrès, voor een nieuwe eigenaar. Het grote ateliervenster en de dubbelhoge vide bleven (deels) behouden.

Kubistisch volume van twee bouwlagen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. muren onder plat dak. Hardstenen plint en dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel). van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Laatstgenoemde rechthoekig, enkele liggend. Verschillende aanbouwen met uit- of insprongen, één ondersteund door kolom. Hoofdingang uit 1948 aan noordzijde met opengewerkte deur in hardstenen omlijsting onder twee grote hardstenen reliëfs van de beeldhouwer Henri Puvrez: links de beeldhouwkunst, rechts de architectuur en beide deel uitmakend van de gevel van 1924. Vermoedelijk oorspronkelijk ook aan zuidzijde twee reliëfs – heden verdwenen – om symmetrie van de woning tussen de twee voorziene lanen te behouden. Secundaire inkom aan zuidzijde. Sommige ramen op benedenverdieping getralied. Alle raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen, smeedijzeren deuren vermoedelijk uit 1948 bewaard.

Interieur met een conservatieve inrichting uit 1948 (verbouwing van het atelier tot woning). Achteraan heringericht en opgedeeld atelier nog herkenbaar door vide met groot noordervenster op de verdieping die een gaanderij verlicht toegankelijk via een betonnen spiltrapWenteltrap waarvan de treden aan de binnenzijde vastzitten in een verticale as..

Bronnen

Archieven
GAU/DS 1371 (1924), 2930 (1927), 9345 (1935), 13857 (1948).

Publicaties en studies
AVERMAETE, R., Henri Puvrez, 1950 (Monografieën over Belgische Kunst).
CULOT, M., DELEVOY, R.-L., GIERST, M., L.H. De Koninck architecte, Brussel, AAM, 1980, p. 285.

Tijdschriften
FLOUQUET, P.-L.., Auguste Puvrez. Tailleur de pierre in Bâtir, 12, 1933, pp. 448-449.