Typologie(ën)

woning
burgerwoning

Ontwerper(s)

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17498
lees meer

Beschrijving

Woning en burgerhuis in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en art-nouveau-elementen, respectievelijk 1910 en 1903. Bakstenen gevel met witte bakstenen en hardstenen elementen. Drie bouwlagen.

Nr. 38. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Korf- en rondboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. BreukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. sokkel met getralied drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met deelzuiltjes onder omgetrokken waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. In tweede bouwlaag trapezoïdaal balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.; vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in derde bouwlaag. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met houten deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met omgetrokken waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; in tweede en derde bouwlaag smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.; met dorpelHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in tweede bouwlaag. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  op verdiepingen.

Nr. 40. Drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Getoogde muuropeningen. Links risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. uitlopend tot puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met rondboogvormig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Op benedenverdieping rustica sokkel. Centrale deur, rechts drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met deelzuiltjes, links vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., hoekkettingen en neggen; banden met diamantkopPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. In tweede bouwlaag: links balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en rechts drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met deelzuiltjes. In derde bouwlaag venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Twee rechter traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op voluutconsoles met eikel. Uiterst rechts kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder geknikt dak, centraal blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met smalle overhoekse pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje..
Uitgebreid met veranda aan achtergevel (1921).

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 38: 700 (1910), 40: 99 (1903), 158 (1921), 167 (1989).