Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Jean TRONISECKarchitect1922

Stijlen

Eclectisme

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17340
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. arch. Jan Troniseck, 1922.

Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en twee banden van rechtopstaande baksteen. Sokkel met witstenen breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Op benedenverdieping rondboogvormige muuropeningen, gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Op verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeschuinde latei; in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centraal glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. waarvoor balkon op gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. en met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met bakstenen stijlen, onder overstekend dak op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., links dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; glas-in-loodramen.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 264 (1922).