Typologie(ën)
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
O. DE POORTER – architect – 1911
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2004
id
Urban : 17269
Beschrijving
Opbrengsthuis in eclectische stijl met art-nouveau-elementen n.o.v. arch. O. De Poorter (?) i.o.v. luikenfabrikant Joseph Mellaerts. Op tweede verdieping gedateerd “1911”.
Drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in lichtgekleurde baksteen met elementen in oranje baksteen en hardsteen. Centrale vitrine geflankeerd door deuren onder doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.; hardstenen stijlen. Verdiepingen geflankeerd door dunne pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., bekroond met hardstenen consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art-nouveaustijl; balkon in tweede bouwlaag doorlopend en in derde bouwlaag in- en uitzwenkend op drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Steekboogvensters; in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) twee glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder gemeenschappelijke boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... op benedenverdieping.
Drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in lichtgekleurde baksteen met elementen in oranje baksteen en hardsteen. Centrale vitrine geflankeerd door deuren onder doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.; hardstenen stijlen. Verdiepingen geflankeerd door dunne pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., bekroond met hardstenen consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art-nouveaustijl; balkon in tweede bouwlaag doorlopend en in derde bouwlaag in- en uitzwenkend op drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Steekboogvensters; in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) twee glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder gemeenschappelijke boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... op benedenverdieping.
Bronnen
Archieven
GASPW/DS 88 (1911).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid