Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

LEDENTarchitect1932

Stijlen

Art deco

Onderzoek en redactie

2003

id

Urban : 17441
lees meer

Beschrijving

Huis in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van twee bouwlagen onder mansarde, n.o.v. arch. Ledent, 1932.

Bakstenen gevel met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. elementen. Uitspringende hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van gekleurd gres bekroond met trapvormige structuur. Brede garagepoort met afdalende inrit.

Hoofdtravee geflankeerd door twee kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Laatstgenoemde onderaan versierd met gestileerde bloemen; bovenaan met centraal metalen hekwerk tussen gemetselde wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere.. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder trapezoïdale puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is..

Verhoogde  opengewerkte deur bereikbaar via hardstenen trap en onder polygonale luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. in gewapend beton, op geometrische consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; rechts bas-reliëf van ooievaar. Deur bekroond door impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. (drielicht), in tweede bouwlaag eveneens drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., beiden met gemeenschappelijke doorlopende  monelenStenen vensterstijl.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... : schuiframen met in- en uitzwenkende dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op.; in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. gekleurd glas-in-lood.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 95 (1932).