Typologie(ën)

villa
kunstenaarsatelier

Ontwerper(s)

Paul HAMESSEarchitect1904

Stijlen

Eclectisme met pittoresk karakter
Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Lambrechts-Woluwe (Apeb - 2010-2012)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20981
lees meer

Beschrijving

Villa in eclectische stijl met invloeden van de pittoreske stijl en de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., voormalige woning met atelier van de schilder Arthur Rogiers, n.o.v. architect Paul Hamesse, 1904.

In 1898 had de architect een eerste atelier gebouwd voor de kunstenaar, met art-nouveau-invloed, op nr. 103 Keizer Karelstraat.

De villa maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij ontworpen in het eerste kwart van de 20e eeuw, van nr. 26 tot nr. 36.

Gebouw loodrecht op de straat gelegen binnen een huizenblok en toegankelijk via een private doorgang die aan de straatkant is afgesloten met een hek tussen bakstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Die doorgang ligt nu achter nr. 36.

Deze villa had oorspronkelijk bescheiden afmetingen en werd herhaaldelijk uitgebreid. Hij heeft een U-vormige plattegrond en bestaat uit een hoofdvolume onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. geflankeerd door twee vleugels onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. In de rechtervleugel bevonden zich oorspronkelijk de belangrijkste ruimten van de woning, in de linkervleugel het atelier. Gevels in rode baksteen, oorspronkelijk benadrukt door witte baksteen, nu beschilderd. Uitspringende daken. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling.

Hoofdvolume met inspringende toegang, tussen een kleine voorbouw en een rond torentje dat na 1924 werd toegevoegd. Klimmende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. op de voorbouw; brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van latere datum op de top van het dak.

Rechtervleugel oorspronkelijk van twee bouwlagen onder een dak met gebroken vlakken, met vakwerk op de verdieping. Toevoeging van een halve bouwlaag na 1924. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. achter een terras, op latere datum voorzien van een pergola en van een houten balkon op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in hetzelfde materiaal.

Linkervleugel oorspronkelijk van één bouwlaag onder wolfdak. De trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. was voorzien van een garage-ingang met hellende inrit, alsook van een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met hoog en smal centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat het atelier verlichtte. Verbouwd en uitgebreid, vóór 1924, naar het model van de rechtervleugel. Twee glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat., die op de verdieping T-vormig en met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Op de rechterflank, groot bijgebouw uit 1924 in dezelfde stijl, van één bouwlaag op hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Werd kort nadien voorzien van een veelhoekige voorbouw.

Bronnen

Archieven
GASLW/DS 1414 (1904/1924).
AAM/Fonds Paul Hamesse.
Prentkaartenverzameling Daniel Frankignoul (Gemeentelijk Museum van Sint-Lambrechts-Woluwe).

Websites
Brussel, stad van architecten - Paul Hamesse