Typologie(ën)

architectenwoning

Ontwerper(s)

M. MAYERESarchitect1904

Statut juridique

Beschermd sinds 12 maart 1998

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10260
lees meer

Beschrijving

Pand in art-nouveaustijl. Persoonlijke woning van arch. Michel MAYERES gebouwd in 1904.

Vier bouwlagen; begane grond en eerste verdieping met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in witte baksteen in de eerste twee bouwlagen en okerkleurig bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. op de overige verdiepingen op arduinen sokkel met keldervensters. Verticaliserend effect door doorlopende  arduinen omlijsting waarin de muuropeningen van de eerste twee bouwlagen zijn ingeschreven: links bewerkte eiken vleugeldeur waarin glaspanelen met geslepen randen, deurklink in messing met vegetale motieven, bekronend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met klein balkon; rechts resp. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en deurvensters; bovenvenster van muuropeningen in Moors beïnvloede hoefijzerboogBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer.. Spits toelopende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van deurvensters en van balkonhekken boven de ingang in een geometriserende art-nouveaustijl. Zijtraveeën van de bovenste twee bouwlagen voorzien van rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met spits toelopende lekdrempels en lateien, ingeschreven tussen doorlopende  pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die een smal entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. schragen. In de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de derde bouwlaag, bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. waarin twee grote gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. pseudo-Venetiaanse drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedenverdeling onder brede steekboogvormige gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Vierde bouwlaag met grote centrale hoefijzerboogvormige muuropening waarin spiegelboogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met roedenverdeling, omgeven door een bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. eveneens met roedenverdeling; de ruimte die zich hierachter bevindt was oorspronkelijk het bureau van de architect. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de bovenste bouwlaag en bekronende friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). aanvankelijk met sgraffitoversiering (heden met pleisterlaag overdekt). Boogvormige afsluiting met gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gestrekte uiteinden.

Warmoesstraat 150, houten <a href='/nl/glossary/230' class='info'>spiltrap<span>Wenteltrap waarvan de treden aan de binnenzijde vastzitten in een verticale as.</span></a> (foto 1993-1995).

Interieur: inkom met twee Corintische zuilen. Houten spiltrapWenteltrap waarvan de treden aan de binnenzijde vastzitten in een verticale as. met dwars op mekaar volgende bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap., verlicht door een lantaarn. Oorspronkelijk houtwerk, ook binnen (deuren en vensters).

Bronnen

Archieven

GASJ/DS/OW 6785 (1904).

Tijdschriften
SPAPENS, C., "Echos du Patrimoine", Brabant Tourisme, 2, 1989, pp. 32-33.