Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Stijlen

Neoclassicisme

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10384
lees meer

Beschrijving

Hoekhuis (Tweekerkenstraat) van neoclassicistische inspiratie volgens bouwaanvraag van 1865 met bijgebouw en veranda van 1903.

Hoofdgebouw met drie bouwlagen en drie + drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bijgebouw van twee bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevels op plint in blauwe hardsteen. Hoofdgebouw met gebosseerde begane grond waarin rechthoekige muuropeningen; op verdiepingen getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in een geriemde omlijsting met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. rustend op kordonvormende lekdrempel.
Gevel Tweekerkenstraat: centraal balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met ijzeren leuning waarvan de plint opgenomen is in de puilijst.
Gevel Verviersstraat: blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behalve houten vleugeldeur met paneeldecoratie en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Klassiek entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en casementen. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst. Gevel van bijgebouw met doorlopende  bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; getoogde muuropeningen, getralied op begane grond. Links tuinmuur.

Bronnen

Archieven
GASJ/DS/OW 179 (1865), 6506 (1903).