Tiberghienstraat 26

Burgerwoning van neoclassicistische inspiratie (1904) met drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan rechtertravee in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden..

Gecementeerde en beschilderde lijstgevel met imitatievoegen op arduinen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Sokkel met getraliede souterrainvensters. Centraal balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in tweede bouwlaag. Muurdammen met verdiepte panelen. Rechts eiken, deels beglaasde vleugeldeur met traliewerk; rondbogig bekronend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur..