Typologie(ën)

burgerwoning
herenhuis
villa

Ontwerper(s)

Antoine MENNESSIERarchitect1869

Stijlen

Neoclassicisme
Neorenaissance
Neo-Lodewijk XVI
Neo-Lodewijk XV, neorococo

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10903
lees meer

Beschrijving

Ensemble bestaande uit twee herenhuizen en twee burgerwoningen n.o.v. arch. Antoine MENNESSIER (Koningsstraat) en zes huizen in de Poststraat. Alle opgetrokken in 1869 i.o.v. baron Oscar de Mesnil, op het voormalige eigendom van markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur.  de Cazeaux die hier rond 1835 een neopalladiaanse villa liet bouwen door arch. T.-F. SUYS, voorzien van een brede portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., rondbogige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de begane grond en rechthoekige muuropeningen met bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op de bel-etage.
De villa, waarvan de voorgevel georiënteerd was op de Sint-Franciscusstraat, was omgeven door een uitgestrekte tuin. Vóór ze werd afgebroken in 1868, vormde ze het enige pand in de Koningsstraat dat van de rooilijn afweek en dat nog een landelijk uiterlijk vertoonde. Het bouwmateriaal van de villa werd later herbruikt bij de bouw van de nieuwe herenhuizen.

Koningsstraat Nr. 292 en 298. Twee oorspronkelijk identieke burgerwoningen volgens spiegelbeeldschema met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen); Nr. 292 met één verdieping verhoogd in 1919. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevels van neoclassicistische inspiratie op arduinen plint, overschilderd bij Nr. 298, met keldervensters voorzien van tralies en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Rechthoekige muuropeningen. Op begane grond venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op uitstekende lekdrempel en onder friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met schubbenmotief, spiegels op penanten. Nr. 298 met houten bewerkte vleugeldeur voorzien van bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Licht overkragende bovenbouw rustend op puilijst die geschraagd wordt door twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met een nimfen- of saterkop. Muuropeningen in omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en doorlopende  imposten. Eerste verdieping oorspronkelijk voorafgegaan door centraal balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. op vier bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met lintmotief, bij Nr. 292 vervangen door een erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Zijtraveeën met bekronende guirlandefries. Klein centraal balkon in derde bouwlaag met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., rustend op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de vorm van een leeuwenkop en doorlopend  over de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de zijtraveeën. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met leeuwenkoppen en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst (Nr. 292) of friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met schijfmotieven en drie centrale consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). ondersteunen. Centrale smalle dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. (Nr. 298).

Interieur: in eclectische stijl, oorspronkelijke decoratie gedeeltelijk bewaard, vnl. bij Nr. 298. Plafonds met lijstwerk, monumentale schouwen, glasramen met florale motieven, parketten, tegelvloeren.

Achter Nr. 298 binnenplaats die via enkele trappen naar een bijgebouw leidt. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel met twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) eindigend op een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met vakwerk-imitatie. Centrale vleugeldeur en rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in zijtraveeën.

Koningsstraat 294-296, vml. Hotel de Mesnil, het zgn. Hotel Puccini (foto 1993-1995).

Koningsstraat Nr. 294-296. Twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. woningen met in totaal drie bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de woning van baron de Mesnil beslaat de vier linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de overige drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn ingenomen door een tweede herenhuis. Nr. 294 is - via een overdekte ruimte - verbonden met een pand dat bureaus en werkplaatsen huisvest, n.o.v. de arch. Frans en Louis VANDENBROUCKE (1960), ter vervanging van de vroegere Poststraat Nr. 44 en 46. Aan Nr. 296 werd in 1946 een appartement gebouwd.

Lijstgevel uit natuursteen en "petit granit", sterk geïnspireerd op de Italiaanse palazzi van het Cinquecento, o.m. door de gelijkmatige gevelopstand en de opvallend uitspringende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Ook de van de Villa Cazeaux gerecupereerde elementen dragen hiertoe bij, nl. vijf venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op de bel-etage en de bekronende natuurstenen attiekbalustrade. Hoge arduinen sokkel die tot aan de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. loopt, voorzien van rechthoekige en getraliede kelderopeningen. Hierboven vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. bestaande uit vijf rechthoekige muuropeningen in een geriemde omlijsting, op lekdrempel met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met bekronend entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Uiterst links en rechts twee inrijpoorten in identieke omlijstingen; houten vleugeldeuren met paneeldecoratie, Nr. 296 inclusief bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Bel-etage gekenmerkt door een opeenvolging van muuropeningen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geschraagd door zuilen met Corinthische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. waarvan de schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  op de postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. van de balustradeHekwerk van spijlen of balusters. rust; borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op voluutconsoles. In laatste bouwlaag rechthoekige muuropeningen in een eenvoudige geriemde stenen omlijsting. Geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Sterk uitspringende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst, waarboven een natuurstenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters..

Interieur: Nr. 294 met een gedeeltelijk gemoderniseerd interieur. Bewaart op de begane grond en bel-etage nog salons in neorenaissance-, neo-Lodewijk XV- en neo-Lodewijk XVI-stijl, afgewisseld met neogotische elementen ,zie het "Puccini" salon alsook de beschilderde cassettenplafonds, bewerkte schouwen en oorspronkelijke meubilair en luchters. Nr. 296 heeft zijn oorspronkelijke decoratie nog gedeeltelijk bewaard, o.m. salons in neorenaissance- of neo-Lodewijk XVI-stijl met monumentale trap, beschilderde plafonds, schouwen en lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, ….

Nr. 294 huisvest heden de culturele diensten van de provincie Brabant. Nr. 296 staat heden leeg en wacht op een nieuwe bestemming.

Bronnen

Archieven
GASJ/DS/OW 756, 757 (1869), 9050 (1919), 12048 (1933), 13411 (1939), 14037, 19049 (1946).

Publicaties en studies
CASTERMANS, A., Parallèle des maisons de Bruxelles et des principales villes de la Belgique, construites depuis 1830 jusqu'à nos jours, représentées en plans, élévations, coupes & détails intérieurs et extérieurs, mesurées et dessinées par Auguste Castermans, architecte, E. Noblet, Luik, 1850.