Hoevestraat 110, 112, 114

Drie eclectische huizen resp. uit 1903, 1903 en 1900. Telkens drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van ongelijke breedte onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. lijstgevel met imitatievoegen (Nr. 110) of gevel in rode baksteen afgewisseld met banden in blauwe hardsteen. Arduinen sokkels, Nr. 112 met rustieke bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Rechthoekige of steekboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in geriemde (Nr. 110) of platte omlijsting (Nr. 114) of voorzien van negblokken (Nr. 112) en onder steekboogvormige ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. (Nr. 112 en 114). Balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op eerste verdieping van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Laatste verdieping van Nr. 114 met klein twee- en vierlicht. Origineel houtwerk. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..