Onderzoek en redactie

2013-2014

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Aarschotstraat loopt langs de spoorlijnen van het Noordstation en verbindt de Brabantstraat, ter hoogte van het Noordplein, met de Paleizenstraat. Ze kruist de Allardstraat, de Kwatrechtstraat, de Rogierstraat, de d'Hoogvorststraat, de de Potterstraat en de Liedtsstraat, alsook de Koninginnelaan. Het eerst nummer van de straat, op de hoek met de Brabantstraat, bevindt zich op grondgebied Sint-Joost-ten-Node.

Het tracé van de oorspronkelijk twaalf meter brede straat was opgenomen in het Plan Général d'Alignement et de Nivellement des Faubourgs van inspecteur der wegen Charles Vanderstraeten, goedgekeurd bij K.B. van 02.09.1840. In Schaarbeek had dit plan betrekking op de “faubourg de Cologne”, een wijk die zou worden ontwikkeld rond het nieuwe Noordstation en de spoorlijnen naar Mechelen, die tussen 1841 en 1846 werden aangelegd. Net als de Kwatrechtstraat en de Broederschapstraat liep het gedeelte van de straat gelegen tussen het midden van het tweede en het derde straatgedeelte over de terreinen van de heren Nevraumont, zoals bepaald bij K.B. van 15.01.1845. In 1796 had deze familie acht hectare terreinen in deze zone gekocht, met speculatieve doeleinden. Vanaf 1903 leidde de uitbreiding van de spoorlijnen, na onteigening door de staat van de bestaande bebouwing, tot de opheffing van de onpare zijde van de straat, met uitzondering van het laatste straatgedeelte, voorbij de Koninginnelaan.

Aarschotstraat met nog bebouwde onpare zijde, detail uit [i]Plan de la commune de Schaerbeek 1876[/i], opgemaakt door het NGI (Nationaal Geografisch Instituut).

De straat heette eerst de Keulenstraat, verwijzend naar de spoorlijn Brussel-Keulen, en kreeg haar nieuwe naam op 14.02.1919 als eerbetoon aan de stad Aarschot, die in 1914 zwaar werd getroffen door de Duitse invasie.

De Aarschotstraat werd hoofdzakelijk tussen de jaren 1850 en 1870 bebouwd, met huizen in neoclassicistische stijl, waaronder nr. 78 (vóór 1858), 235 tot 239 en 252 (tussen 1858 en 1876). De meeste huizen werden in de loop der jaren gewijzigd, vaak door de inrichting van een handelszaak; sommige werden gerenoveerd of heropgebouwd. Verscheidene huizen werden aangevuld met achtergebouwen, zoals nr. 92, dat in 1884 met een werkplaats met puntgevel werd uitgebreid. Op nr. 174-176 – het resultaat van de samenvoeging van twee gebouwen opgetrokken tussen 1858 en 1867 – bevinden zich binnen het huizenblok de gebouwen van de voormalige laboratoria Coutelier en later Bios, die er in de jaren 1910 werden gevestigd, eveneens toegankelijk via nr. 11-13, 31 en 33-35 de Potterstraat.

Het tweede straatgedeelte wordt overheerst door de achtergevel van de Sint-Jan en Niklaaskerk, met rechts haar voormalige pastorie (zie nr. 58-60 en 54-56). In het straatgedeelte dat aan onpare zijde is overgebleven, vermelden we een Katholiek Apostolische kerk, gelegen aan de achterzijde van een perceel, langs de spoorweg (zie nr. 261). Een van de gebouwen die aan deze zijde van de straat zijn verdwenen, was een villa achter een grote tuin ter hoogte van de Kwatrechtstraat, gesloopt vóór 1893, alsook het Théâtre des Délassements, een groot gebouw met centrale binnenplaats dat kort na de Allardstraat werd gebouwd; dit theater sloot zijn deuren in 1885. Tot slot bevond zich ter hoogte van de Liedtsstraat de Gemeentelijke Jongensschool nr. 4, ingehuldigd in 1870 en gesloopt ca. 1905.

Bronnen

Archieven
GAS/OW Infrastructuur 196.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1903, pp. 695, 718-719; 1905, p. 327.
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds.

Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Schaerbeek. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiches 67, 94.
DEKOSTER, J.-A., Les rues de Schaerbeek, Brussel, 1981, p. 11.
DENHAENE, G., L'expansion de Bruxelles au XIXe siècle. Naissance du Faubourg de Schaerbeek: histoire et images, vzw PatriS, Brussel, 2002, pp. 35-36.
DE SAEGHER, E., BARTHOLEYNS, E., Histoire populaire de Schaarbeek, Henri Mommens drukker-uitgever, Schaarbeek, 1887, pp. 52, 147, 164.
VAN BEMMEL, E., Histoire de Saint-Josse-ten-Noode et de Schaerbeek, uitgever E. Van Bemmel, Sint-Joost-ten-Node, 1869, pp. 167-169.
ZITOUNI, B., Agglomérer, une anatomie de l'extension bruxelloise (1828-1915), VUB Press, Brussel, 2010.

Tijdschriften
ZITOUNI, B., TELLIER, C., “Comment les corps techniques construisent la ville”, Brussels Studies, 64, 04.02.2013.

Kaarten / plannen
POPP, P. C., Atlas du Royaume de Belgique, plan parcellaire de la commune de Schaerbeek, ca. 1858.
Plan de la commune de Schaerbeek 1876, Nationaal Geografisch Instituut.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1893.
Plan de la commune de Schaerbeek 1899.
Plan cadastral de la commune de Schaerbeek, 1907-1908.