Typologie(ën)

burgerwoning
herenhuis

Ontwerper(s)

Jean-Joseph NAERTarchitect1875

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 7927
lees meer

Beschrijving

Ensemble van drie mooie huizen in neoclassicistische stijl, n.o.v. arch. Jean-Joseph Naert, 1875.

Drie bouwlagen. Symmetrische gevels; vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op nr. 18 en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op nr. 20 en 22. Nr. 18 ooit woonst van Belgische architect, schilder en  decorateur Albert Van Huffel (1877-1935).

Nr. 18. Gevel met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Poort onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. waarboven versierde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping. Op verdiepingen getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met grotesk. In tweede bouwlaag centraal doorlopend  balkon. Leeuwenkoppen op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Nr. 20. Twee eerste bouwlagen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. , in derde bouwlaag met bewerkte cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Centrale balkons volgens verkleinende ordonnantie; met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in tweede bouwlaag; met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in derde bouwlaag. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Nr. 22. Benedenverdieping met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Omlijsting van steekboogvensters met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en bewerkte sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. op verdiepingen. Centrale balkons volgens verkleinende ordonnantie met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Mansarde met dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. tussen vleugelstukken onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 3015 (1875).