Typologie(ën)

woning
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Georges PEEREBOOMarchitect1902

Stijlen

Eclectisme

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 3895
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee opbrengsthuizen in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. n.o.v. arch. Georges Peereboom, 1902.

Verschillend uitgewerkte gevels, elk met drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Nr. 108. Mooie gevel in witte en rode baksteen met hardstenen elementen. Benedenverdieping onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel. rustend op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. die uitlopen in halve cirkel benadrukt door vierkant. Vitrine rechts. Deur onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. traliewerk. In tweede bouwlaag, drie rondboogvensters onder doorlopend  kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.; dambordmotieven op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In derde bouwlaag, vijf gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder doorlopende  latei en ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bekleed met PVC.

Nr. 110. Benedenverdieping gewijzigd. Witte bakstenen verdiepingen met elementen in grijze baksteen en hardsteen. Linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) risaliterend. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in tweede bouwlaag onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in laatste bouwlaag; op linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 191 (1902).