Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Paul HAMESSEarchitect1909

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5410
lees meer

Beschrijving

Twee huizen in geometrische art-nouveaustijl n.o.v. arch. Paul Hamesse, respectievelijk 1909 en 1910. Deze huizen, leunen net als de eigen woning van de arch. (zie Jef Lambeauxlaan, nr.°25) aan bij de Wiener SecessionVan 1897 tot ca. 1914, Oostenrijkse strekking binnen de geometrische art nouveau..

Drie bouwlagen. Witstenen gevels. Bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op eerste verdieping. Deur onder schouderboog met festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden., naast getraliede twee- of drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..

Nr. 12. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen op hardstenen sokkel met rustica. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met deels beglaasde en getraliede deur; ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. boven deur met schouderboogvormige waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en door festoenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. met deur verbonden; vervolgens smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en hoger ovaal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden.; traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met concave bekroning met geometrische volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met getralied tweelicht; bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en impostramen met bloemen- en fruitschalen in glas-in-lood tussen roeden; op tweede verdieping korfboogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder schouderboogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Bewaard schrijn- en smeedwerk.

Nr. 14. Gevel getekend “Paul Hamesse & fres arch:”. Op benedenverdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. naast deur met getralied raam binnen schouderboogvormige omlijsting met festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden.. Op verdiepingen één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen uitstekende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met geometrisch motief op stijlen; boven bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. klein balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. uit gekleurd glas tussen roeden.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 12: 168 (1909); 14: 260 (1910).
Fonds Paul Hamesse, AAM.

Tijdschriften
Vers L'Art, 12, 1911, pl. 139.

Websites
Brussel, stad van architecten - Paul Hamesse