Typologie(ën)

gelijkvloers met handelszaak
opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Paul ERNOTTEarchitect1905

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 6117
lees meer

Beschrijving

Twee opbrengsthuizen in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. van 1905 en gesigneerd “P(aul). Ernotte arcte”.

Telkens vier bouwlagen met centraal dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder gewolfd dak, op nr. 31 met vleugelstukken. Gevels in lichte baksteen met hardstenen elementen, op nr. 31 alternerend met rode bakstenen banden. Benedenverdieping met vitrine tussen deuren, gescheiden door hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel..

Nr. 31. Oorspronkelijk zuivelhandel ‘Michaux'. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuning. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. of venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel. en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met sgraffitivelden.

Nr. 33. Op verdiepingen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. in de tweede bouwlaag, onder hardstenen latei en ontlastingboog in de volgende bouwlaag met doorlopende  balkons volgens verkleinende ordonnantie. Bewaarde florale sgraffiti in boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). van derde bouwlaag.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 78 (1905).