Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Edmond QUÉTINarchitect1903

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 6075
lees meer

Beschrijving

Athénée royal Victor Horta (basisonderwijs), voormalig Athénée Paul Delvaux. Gebouw in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. met neo-Vlaamse renaissance-elementen n.o.v. gemeentearch. Edmond Quétin, 1903.

Oorspronkelijk meisjesschool.

Twee bouwlagen en veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan vier met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Witte bakstenen gevel met hardstenen en rode bakstenen elementen, op sokkel met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen., versierd met ankers en tal van kleine verluchtingsgaten. Brede getoogde muuropeningen met sleutels en aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt.. Negende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. op benedenverdieping geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; brede vleugeldeur onder bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met glas-in-lood; topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. bekroond met gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken., met aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. en pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. De drie andere topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. eveneens bekroond met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. Garage in sokkel van eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) later toegevoegd.

Interieur: grote toegangspoort uitgevend op hal die verbinding vormt met binnenplaats, speelplaats en gang naar meerdere klaslokalen. Binnenplaats met metalen gebinte en glazen dak; op verdieping galerij met ijzeren leuning naar klaslokaal; beglaasde wand achteraan uitgevend op gymzaal; eveneens met metalen gebinte; oorspronkelijk aspect bewaard. U-vormige speelplaats, naar NO geopend; twee zijgevels met twee bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); minder brede centrale gevel met zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Brede steekboogvensters. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .