Typologie(ën)

architectenwoning

Ontwerper(s)

Alfred MALCHAIRingenieur-architect1898

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5906
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. en i.o.v. ingenieur Alfred Malchair, inspecteur der werken van Sint-Gillis, 1898.

Oorspronkelijk twee bouwlagen onder mansarde, later verhoogd. Gevel in Gobertangesteen benadrukt door hardsteen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Deur onder latei met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en œil-de-bœuf met glas-in-lood, onder kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in omlijsting met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., waarboven terras met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; bekroond door klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. met twee registersVensterstrook in een topgevel.. CementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen. boven vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping, op friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in tweede bouwlaag en in ruitvormige panelen aan weerszijde van klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels vervangen.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 1291 (1898).