Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5879
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1898, herwerkt in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., 1913.

Gevel in simili-natuursteen. Winkelpui onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., vitrine met afgeronde hoek en inspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., geflankeerd door bewerkte houten pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op verdiepingen, getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met balkons volgens verkleinende ordonnantie, met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Panelen met festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. en sierdeksels met leeuwenkop op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 1367, 1478 (1898), 194 (1913).