Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Albert DARASarchitect1910

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 6409
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie., op sokkel getekend ‘Alb(ert) Daras, 1910'.

Bakstenen gevel van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met hardstenen elementen op sokkel in bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Belijnde benedenverdieping met deur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. en borstweringpanelen met geometrisch motief. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). onder getoogde waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Tweede bouwlaag trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder lateien met geometrische motieven; inscriptie ‘Marcel' en jaartal ‘anno 1910' op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en op latei van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Derde bouwlaag drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder hoge, vlakke sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. tussen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  (uitgezonderd erker) met o.a. bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met gekleurd glas tussen roeden.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 84 (1910), 139 (1913).