© Reproductierecht onder strikte voorwaarden
© Reproductierecht onder strikte voorwaarden
IJskelderstraat
Van Waterloosesteenweg naar kruispunt met Felix Delhassestraat en Henri Wafelaertsstraat. Rechtlijnig verloop.
Straat aangelegd bij K.B. van 17.10.1877, met een industriële bestemming, nu enigszins verloochend door de reconversie van de oude ijskelders (zie nr. 14-18) tot culturele ruimten.
Veelal bescheiden privé-woningen met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag vervolledigen het straatbeeld, namelijk op nr. 17 (1897), herbepleisterd, nr. 19 (1893), met fraaie gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., nr. 20 (1879), nr. 21 (1895), verhoogd (arch. Albert Huvenne, 1935) en met brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel. bekleed (1942), nr. 25 (1897), nr. 26 (arch. Gustave Desteinbachberick, 1882), nu gedecapeerd en met toegevoegde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., nr. 27, met achterliggend atelier, nr. 40 (arch. Arthur Nelissen, 1909, volgens De Keyser, G., 1996), en nr. 41 (1904). Op nr. 2-2a, op hoek met Waterloosesteenweg nr. 337, staat een lang hoekgebouw in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl van 1875, waarvan het interieur onlangs grondig gerenoveerd is. De eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. vinden we terug op nr. 3 (arch. Léon Mortiaux, 1905), met garage (1945), nr. 10 (1883), gewijzigd, maar met behoud van fraai schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... (1957), nr. 29 (1897), met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). uit cementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen., nr. 43 (1905), met origineel parementGevel- of muurbekleding. in rode en witte baksteen, en nr. 42, 45, 47, ensemble van drie identieke huizen gebouwd in 1906 (nr. 42) en 1905 en gekenmerkt door hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Op nr. 11 bouwt arch. Paul Hankar in 1896 een atelier in geometrische art-nouveaustijl voor de beeldhouwer Félix Coosemans. In 1953 wordt het jammer genoeg verbouwd tot appartementsgebouw door arch. Pierre Laloux en later met heldere tegels bekleed (Pierre Marchand, 1958). Door het nieuwe parementGevel- of muurbekleding., nieuw ingebrachte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de oorspronkelijk blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. verdieping en de verwijdering van oorspronkelijk decoratie zoals de als gestileerde honden uitgewerkte modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst., heeft het gebouw haar karakter verloren. Enkel de drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. verwijzen naar de oorspronkelijk situatie.
Naast het monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. ijskelderensemble (zie nr. 14-18), wijzen verschillende achterliggende ateliers op de industriële bestemming van de straat. Vaak hebben ze hun oorspronkelijk bestemming en uitzicht verloren, zoals op nr. 17 (schrijnwerkerij, 1895) of nr. 20, met achtergebouwen als opslagplaats (1904) en later garage (1931). Nr. 23 (1895) herbergt in oorsprong een industrieel schrijnwerkatelier aan de straatkant, in 1921 wordt het ‘Papeteries Joachim', om in 1926 te worden uitgebreid tot een fabriek van zakjes en verpakkingspapier. De achterbouw van nr. 25 is eerst een opslagplaats en hangar, maar wordt daarna gedeeltelijk tot woning omgevormd (1900) en verhoogd (1902). Op nr. 32 vestigt zich in 1923 de chocoladefabriek Géo Goosens n.o.v. arch. Louis Cardon. In 1936-1937 wordt ze uitgebreid, om in de jaren 1980 geïntegreerd te worden binnen het complex van NV Glimo (zie nr. 22, 24). Op nr. 38 huist sinds 1993 een fabrikant van industrieel ijs. Nr. 37-39 (1923) bevat kantoren, opslagruimten en werkplaatsen (autobenodigdheden…).
De IJskelderstraat krijgt vanaf 1899 een meer sociale rol toebedeelt door de bouw van het Hospice de vieillards Israélites (zie nr. 35-35a).
Het recente kantoorgebouw op nr. 4-6 n.o.v. arch. Luc Lesage, 1972, vervangt twee woningen van 1899 en staat op een perceel dat reikt tot Waterloosesteenweg nr. 339-341.
GASG/DS 3: 218 (1905), 39 (1945); 4-6: 1708 (1899), 83 (1972); 10: 58 (1883), 175 (1957); 11: 622 (1896), 211 (1953), 132 (1958); 17: 26 (1895), 53 (1897); 19: 3276 (1893); 20: (1879), 171 (1904), 305 (1931); 21-23: 2 (1895), 349 (1926), 171 (1935), 50 (1942); 25: 1907 (1899), 2001 (1900), 100 (1902); 26: 494 (1882); 31: 857 (1897); 32: 174 (1923), 26 (1936), 153 (1937), 74 (1983), 40 (1988); 33: 449 (1896); 35: 1882 (1899), 86 (1958), 13 (1965); 35a: 4 (1961), 67 (1992); 37: 124 (1923); 39-41: 124 (1923), 96 (1935); 40: 202 (1909); 41: 283 (1904); 42: 324 (1906); 43: 132 (1905); 45-47: 196 (1905).
CHDStG.
Publicaties en studies
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Saint-Gilles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiches 1, 5 et 12.
LOYER, F., Paul Hankar, Naissance de l'Art Nouveau, AAM, Brussel, 1986, pp. 190-191.
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraal proefschrift, sectie Kunstwetenschappen en Archeologie) VUB, Brussel, 1995-1996.