Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Oscar LAMBELÉarchitect1910

Stijlen

Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Wetenschappelijk
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 4770
lees meer

Beschrijving

Herenhuis van twee bouwlagen + attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geïnspireerd op Italiaanse renaissance, gesigneerd en gedateerd ‘O(scar). lambelé. arch. 1910'.

Hard- en witstenen gevel. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., korfboogvormige inrijpoort en rondboogvormige deur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Verdiepingen met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in tweede bouwlaag, onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., doorlopend  over de twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), en balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de zijtraveeën. AttiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  boven kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst., geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Achterhuis n.o.v. aannemer Siméon Hiroux, 1905. Voormalige koetsierswoning met stallen, uitgebreid met vleugel (1907) en met klein bijgebouw (1910). Samenvoeging van verschillende volumes onder metalen gebinte (1930), heden garage.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 202 (1905), 188 (1907), 362 (1910), 214 (1930).

Publicaties en studies
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Saint-Gilles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 38.