Typologie(ën)
Ontwerper(s)
François TIMMERMANS – architect – 1906
Stijlen
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Ensemble van twee identieke huizen volgens spiegelbeeldschema met neoclassicistische inslag en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. arch. François Timmermans, 1906.
Vier bouwlagen. Hardstenen benedenverdieping. Centrale balkons volgens verkleinende ordonnantie met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in twee laatste bouwlagen geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op nr. 14 dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (1954). Bewaard deuren.
Bronnen
GASG/DS 133, 237 (1906), 99 (1954).