Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Jean MAELSCHALCK – architect – 1912
Stijlen
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Opbrengsthuis in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. n.o.v. arch. Jean Maelschalck, 1912.
Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en vijf bouwlagen. Bakstenen gevel met gele bakstenen en hardstenen elementen. Benedenverdieping met geblokte hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. tussen drie muuropeningen onder hoge doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.; centrale deur met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Op verdiepingen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ingeschreven tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries)., ter hoogte van hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met elkaar verbonden door steekbogen; alle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met balkon: rechthoekige en metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in tweede bouwlaag, gewelfd op centrale stenen consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in volgende bouwlaag; smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Bronnen
Archieven
GASG/DS 90 (1912).